Hoe “ouderenproof” zijn de huidige tweedelijns richtlijnen in Nederland?
DOI:
https://doi.org/10.36613/tgg.1875-6832/2021.02.02Trefwoorden:
evidence based, multimorbiditeit, ouderen, richtlijnenSamenvatting
De prevalentie van multimorbiditeit stijgt met de leeftijd: ruim 70% van de 75-plussers heeft drie of meer chronische aandoeningen, veelal gecombineerd met kwetsbaarheid. In de huidige medische praktijk vormt evidence-based medicine met evidence-based richtlijnen de basis voor de behandeling. Het doel van deze studie is nagaan hoe toepasbaar de huidige medisch specialistische richtlijnen in de praktijk zijn bij de heterogene groep ouderen. Alle richtlijnen uit de Nederlandse Richtlijnendatabase werden onderzocht. De twaalf ouderen-specifieke richtlijnen werden vergeleken met de aanbevelingen uit de ‘methodiek’. In 117 richtlijnen (54%) werden algemene termen, zoals “oudere(n)” gevonden. Een leeftijdsgrens werd vermeld in 26 richtlijnen (12%). De term “kwetsbaarheid” werd genoemd in 38 richtlijnen (18%), de term “comorbiditeit” in 107 (50%) en “cognitieve problemen” in acht (4%). Vijf ouderen-specifieke richtlijnen maakten een onderscheid tussen wel en niet kwetsbare ouderen. Drie richtlijnen bespraken relevante uitkomstmaten voor ouderen. De resultaten laten zien dat de huidige richtlijnen in de praktijk niet optimaal toepasbaar zijn bij de diverse groepen ouderen. Ons inziens is aanpassing van de richtlijnen bij voorkeur door middel van implementatie van de ontwikkelde richtlijnmethodiek een noodzakelijke eerste stap in het bruikbaar maken van de huidige evidence-based richtlijnen uit de tweede lijn in Nederland voor de groeiende groep kwetsbare en multimorbide ouderen.
Abstract
The prevalence of multimorbidity increases with age, with over 70% of people aged 75 years and over having three or more chronic conditions, often combined with frailty. In current medical practice, evidence-based medicine with evidence-based guidelines forms the basis for treatment. The aim of this study is to determine the practical applicability of the current medical specialist guidelines for the treatment of the heterogeneous group of older patients. All guidelines from the Dutch guidelines database were examined. Twelve guidelines identified as elderly-specific were compared with the recommendations from the ‘methodology for the development of guidelines tailored to the elderly’. In 117 guidelines (54%) general terms such as ‘older’ or ‘elderly’ were found. An age limit was mentioned in 26 guidelines (12%). The term ‘frailty’ was mentioned in 38 guidelines (18%), the term ‘comorbidity’ in 107 (50%) and cognitive problems in eight (4%). Five age-specific guidelines distinguished frail from non-frail older people. Three guidelines discussed relevant outcome measures for the elderly. The results show that the practical applicability of current guidelines is not optimal for the various groups of older people. In our opinion, the improvement of the guidelines preferably by implementation of the Dutch methodology for senior-proof guidelines is a necessary first step in making the current second-line evidence-based guidelines in the Netherlands usable for the growing group of frail and multimorbid elderly.