Farmacotherapie bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen: een nieuw aandachtsgebied
DOI:
https://doi.org/10.36613/tgg.1875-6832/2019.03.01Trefwoorden:
farmacotherapie, ouderen, persoonlijkheidsstoornissen, polyfarmacieSamenvatting
Achtergrond: Farmacotherapie bij ouderen met persoonlijkheidsstoornissen (PS) vormt een nieuw en belangrijk aandachtsgebied. Vooralsnog wordt de symptoomgerichte farmacotherapeutische behandeling van ouderen met PS vormgegeven aan de hand van de multidisciplinaire richtlijn Persoonlijkheidsstoornissen, die gebaseerd is op onderzoeken bij patiënten met PS tot circa 50 jaar oud. Het ontbreekt aan een richtlijn specifiek voor ouderen.
Doel: Het leveren van een beschrijving van patiëntkenmerken: aantal comorbide psychiatrische stoornissen, medicatiegebruik, inclusief polyfarmacie, bij ouderen (≥ 65 jaar) met persoonlijkheidsstoornissen.
Methode: Een retrospectieve cross-sectionele dossierstudie (n = 50) binnen een topklinisch centrum voor ouderen met persoonlijkheidsstoornissen (ambulante setting).
Resultaten: Uit de dossierstudie blijkt 1) de ongespecificeerde/andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) het meest voor te komen, 2) er een trend (geen statistisch significant verschil) te zijn dat patiënten met BPS meer somatische medicatie en psychofarmaca gebruiken en 3) er een trend (geen statistisch significant verschil) te zijn dat polyfarmacie het meest voorkomt bij oudere patiënten met BPS.
Conclusie: Het medicatiegebruik in bepaalde subgroepen van ouderen met PS lijkt hoog te zijn. Vervolgonderzoek is essentieel om farmacotherapie bij ouderen met PS te verbeteren.