Concordantie en meerwaarde van informant- versus zelfrapportage bij persoonlijkheidsdiagnostiek: een systematische review
DOI:
https://doi.org/10.36613/tgg.1875-6832/2019.04.01Trefwoorden:
informant, ouderen, persoonlijkheidskenmerken, persoonlijkheidspathologie, zelfrapportageSamenvatting
Inleiding: In diagnostiek en wetenschappelijk onderzoek naar persoonlijkheidsstoornissen wordt vooral gebruik gemaakt van zelfrapportage-vragenlijsten, maar in toenemende mate ook van informantrapportage. Het doel van deze systematische review is om de concordantie en meerwaarde van informant- versus zelfrapportage bij het meten van persoonlijkheidspathologie bij volwassenen en ouderen aan de orde te stellen.
Methode: Er is systematisch gezocht naar relevante literatuur gepubliceerd tussen 2000 en 2018, via de databases Scopus, PsychINFO en PubMED. Tevens zijn de referentielijsten van geïncludeerde artikelen bekeken. In totaal zijn 46 studies geïncludeerd.
Resultaten: De concordantie tussen informant- en zelfrapportage is slechts matig, maar het hoogste wanneer de relatie is gekenmerkt door interpersoonlijke intimiteit (bijvoorbeeld tussen partners). De concordantie tussen informanten is iets beter dan tussen informant- en zelfrapportage. Informantrapportage heeft vooral een toegevoegde waarde boven zelfrapportage om externaliserende persoonlijkheidskenmerken en interpersoonlijk functioneren in kaart te brengen. Daarnaast is informantrapportage een betere voorspeller voor gezondheid, adaptief vermogen en beroepsmatig functioneren. Zelfrapportage daarentegen is meer geschikt voor intrapsychische kenmerken.
Conclusie: Informant- en zelfrapportage kunnen complementair aan elkaar zijn. Empirisch onderzoek bij ouderen omtrent dit thema is nagenoeg onontgonnen terrein en verdient meer aandacht.