Visuele beperkingen bij ouderen in Nederland – risicogroepen en mogelijkheden tot interventie
DOI:
https://doi.org/10.1007/BF03079580Trefwoorden:
visuele beperkingen, ouderenSamenvatting
Doel Het in kaart brengen van het aantal ouderen met een visuele beperking in Nederland, nu en in de toekomst.
Mogelijkheden tot interventie worden aangegeven. Methode en materiaal De schattingen zijn gebaseerd op een recent
onderzoek in opdracht van Stichting InZicht, ZonMw, waarin literatuur gegevens over prevalentie van blindheid en
slechtziendheid en de oorzaken daarvan uit bevolkingsonderzoeken in Nederland, West Europa, de Verenigde Staten en
Australië zijn gerelateerd aan de laatste demografische gegevens voor Nederland. Resultaten Van de 16,4 miljoen
Nederlanders in 2008 zijn er 2,4 miljoen (14,7%) 65 jaar of ouder. Van deze laatste groep wonen 155.000 mensen in een
verpleeg of verzorgingshuis, de rest woont zelfstandig. In 2008 zijn naar schatting 77.000 Nederlanders blind en 234.000
slechtziend. Van hen is 79% 65 jaar of ouder. Van de ouderen in instellingen is 20% blind (32.000) en 22% slechtziend
(34.000). Bij 62% van hen is de visuele beperking te behandelen of was te voorkomen geweest (‘vermijdbaar’). Van de
zelfstandig wonende ouderen is 1,2% blind (27.000) en 6,8% slechtziend (154.000). Bij 57% van hen is de aandoening
vermijdbaar. Conclusie In 2008 hebben 247.000 ouderen een visuele beperking die bij 143.000 (58%) van hen te behandelen
is of te voorkomen was geweest. Screening en behandeling van ouderen in instellingen lijkt aangewezen, evenals voorlichting
aan en gerichte screening van zelfstandig wonende ouderen.