Toepassing van stemmingsvragenlijsten bij ouderen met alzheimerdementie (met of zonder taalstoornis) en hun informanten

Auteurs

  • Margina Yildirim-Gorter Careyn Maria-Oord
  • Djahill Groot Careyn Maria-Oord
  • Linda Hermens Stichting Verpleeghuis Het Parkhuis
  • Han F.A. Diesfeldt De Stichtse Hof
  • Erik Scherder Vrije Universiteit, Amsterdam/Rijksuniversiteit Groningen

DOI:

https://doi.org/10.1007/s12439-017-0246-0

Trefwoorden:

alzheimer, Beck Depression Inventory (BDI-II-NL), cognitieve stoornis, depressie, eerstverantwoordelijke verzorgende, Geriatric Depression Scale (GDS), ouderen, taalstoornis

Samenvatting

Inleiding
Alzheimerdementie (AD) kan gepaard gaan met symptomen van depressie. Bij AD ontstaan er vroeg of laat problemen met
taalexpressie of -begrip (afasie). In deze studie onderzochten we of ouderen met alzheimerdementie, al dan niet
gecompliceerd door een taalstoornis, moeilijkheden ondervonden in het begrijpen en beantwoorden van stemmingsvragen.
Daarnaast onderzochten we of de antwoorden van verzorgenden als informanten voldoende validiteit hadden voor inzicht in
de stemming van een oudere.
Methoden
53 ouderen, bewoners van zorginstellingen, namen tezamen met hun eerstverantwoordelijke verzorgenden deel aan het
onderzoek; 25 deelnemers hadden de diagnose alzheimerdementie, 28 deelnemers hadden geen cognitieve stoornis.
Taalvaardigheid werd onderzocht met de SAN-test (Stichting Afasie Nederland) en onderdelen van de Akense Afasietest (AAT).
De depressievragenlijsten in dit onderzoek waren de Beck Depression Inventory-second edition (BDI-II-NL) en de Geriatric
Depression Scale (GDS-30).
Resultaten
Er waren geen significante verschillen in somscores op de twee stemmingsvragenlijsten tussen deelnemers zonder cognitieve
stoornis en deelnemers met alzheimerdementie, met of zonder taalstoornis. Zowel ouderen zonder cognitieve stoornis, als
ouderen met alzheimerdementie gaven overeenkomstige antwoorden op de BDI en GDS. De overeenstemming tussen
zelfbeoordeling en informantoordeel was echter zeer gering. Verzorgenden oordeelden doorgaans negatiever over de
stemming dan de oudere deelnemers zelf. Overschatting van ‘depressie’ gebeurde vooral bij deelnemers die zichzelf niet of
nauwelijks depressief vonden, onderschatting vond plaats bij deelnemers met relatief hoge scores op de
stemmingsvragenlijsten.
Conclusie
Alzheimerdementie, al dan niet gecompliceerd door een taalstoornis, leidt niet tot een vertekening in somscores op beide
vragenlijsten (BDI en GDS). Ouderen met alzheimerdementie zijn in staat vragen over hun stemming adequaat te
beantwoorden. We vonden echter aanzienlijke discrepanties tussen het eigen oordeel over de stemming en dat van
verzorgenden als informanten. Het is dan ook van belang niet alleen af te gaan op het oordeel van een informant bij
onderzoek naar de stemming van ouderen met alzheimerdementie, maar ook het oordeel van de oudere zelf mee te wegen.

Downloads

Gepubliceerd

2018-01-18

Nummer

Sectie

Wetenschappelijk artikel

Citeerhulp

Yildirim-Gorter, M., Groot, D., Hermens, L., Diesfeldt, H. F., & Scherder, E. (2018). Toepassing van stemmingsvragenlijsten bij ouderen met alzheimerdementie (met of zonder taalstoornis) en hun informanten. Tijdschrift Voor Gerontologie En Geriatrie, 3. https://doi.org/10.1007/s12439-017-0246-0