De grens van extramuralisering is nog niet bereikt
DOI:
https://doi.org/10.1007/s12439-014-0078-0Trefwoorden:
extramuralisering, ouderen, thuiszorg, verzorgings- en verpleeghuizenSamenvatting
Het kabinet is voornemens steeds minder ouderen met beperkingen naar een tehuis te laten verhuizen, maar hen thuis zorg
te geven. Dit artikel biedt eerste aanknopingspunten om de groep zorgbehoevenden voor wie thuiszorg een reëel alternatief
is voor tehuiszorg, te identificeren op basis van hun kenmerken. We maken gebruik van de gegevensbestanden Aanvullend
Voorzieningengebruikonderzoek (AVO’07) en Ouderen in Instellingen (OII’08). Met behulp van een regressieanalyse wordt voor
elke persoon de kans voorspeld op het gebruik van een bepaald type zorg. Een negende tot een vijfde van de tehuisbewoners
had vergelijkbare kenmerken als mensen die thuiszorg krijgen. Deze tehuisbewoners zijn vaak jonger dan de overige
tehuisbewoners, zijn hoger opgeleid, hebben een hoger inkomen en hebben lichtere beperkingen. De prevalentie van
dementie is aanmerkelijk lager onder deze groep. De alternatieven voor tehuiszorg moeten vooral gezocht worden in de
huishoudelijke hulp, vaak in combinatie met persoonlijke verzorging en verpleging. De functie begeleiding kan eveneens een
alternatief voor tehuiszorg bieden, maar kon niet worden opgenomen in dit onderzoek. Er zal echter altijd een groep ouderen
zijn die het beste en meest efficiënt geholpen is in een intramurale setting. Het is van belang dat verblijfszorg voor deze groep
beschikbaar blijft.