Innovaties in de zorg voor ouderen: van beschrijving en verklaring naar interventies en implementatie
DOI:
https://doi.org/10.1007/s12439-013-0048-yTrefwoorden:
innovaties, ouderenzorgSamenvatting
Menig wetenschappelijk artikel op het terrein van de gerontologie waarin een bepaald fenomeen wordt beschreven of
verklaard, eindigt met opmerkingen in de zin van: “deze bevindingen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van interventies of
maatregelen ter bevorderen van dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven van ouderen”. Veelal is voorafgaand hieraan
een beschrijvend of verklarend onderzoek gerapporteerd op een specifiek deelterrein van de gerontologie. Mede in dit licht
zouden we kunnen stellen dat het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de gerontologie globaal gesproken in twee
delen kan worden gesplitst. Allereerst is van oudsher de gerontologie vanaf de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw
expliciet gericht geweest op het beschrijven en verklaren van bepaalde verschijnselen bij veroudering. Zo werd in de jaren
zestig en zeventig binnen de (sociale) gerontologie een levendige discussie gevoerd tussen aanhangers van de disengagement
theorie en aanhangers van de activity theorie. 1 , 2 Het kernpunt in deze discussie werd gevormd door de vraag of het welzijn
bij het ouder worden mede werd bepaald door terugtrekking uit of juist door continuering van sociale en maatschappelijke
participatie. De activity-benadering gaat er van uit dat welzijn juist op oudere leeftijd kan worden gegenereerd indien het
niveau van participatie en activiteit uit eerdere situaties kan worden gecontinueerd. De disengagement-benadering
daarentegen veronderstelt dat bij het ouder worden een hoog niveau van welzijn alleen kan worden bereikt door het
gradueel terugbrengen van rolverplichtingen en activiteiten.