Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie: de invloed op bewoners, mantelzorgers en medewerkers
DOI:
https://doi.org/10.1007/s12439-013-0044-2Trefwoorden:
dementie, kleinschalig wonen, kwaliteit van leven, verpleeghuiszorgSamenvatting
De verpleeghuiszorg voor ouderen met dementie zet sterk in op een ontwikkeling naar kleinschalige woonvormen, zowel
nationaal als internationaal. In kleinschalige woonvormen woont een beperkt aantal ouderen, in Nederland doorgaans zes tot
acht personen, samen en wordt er zoveel mogelijk gestreefd naar een situatie zoals thuis. In een quasi-experimentele studie
zijn de effecten van kleinschalige woonvormen onderzocht op bewoners (n = 259), mantelzorgers (n = 206) en verzorgenden (n
= 305). Gedurende één jaar (nulmeting en vervolgmetingen na zes en 12 maanden) zijn hierbij twee typen verpleeghuiszorg
met elkaar vergeleken: 28 kleinschalige woonvormen en 21 psychogeriatrische afdelingen in gewone verpleeghuizen.
Matching werd toegepast om de vergelijkbaarheid van bewoners wat betreft cognitie en functionele status bij aanvang van de
studie te vergroten. Het huidige onderzoek toont een genuanceerd beeld van kleinschalige woonvormen. Op de belangrijkste
uitkomstmaten, zoals kwaliteit van leven en gedrag van bewoners en arbeidstevredenheid en –motivatie van verzorgenden,
werden geen significante verschillen gevonden in vergelijking met gewone verpleegafdelingen. Deze uitkomsten geven aan dat
kleinschalige woonvormen niet automatisch betere voorzieningen zijn dan gewone verpleeghuiszorg. Een volledige overgang
naar kleinschalige woonvormen is daarom niet vanzelfsprekend. Gezien de heterogeniteit van de doelgroep is aanbevolen
door middel van diversiteit keuzemogelijkheden te bieden voor mensen met dementie en hun naasten.