Ontwikkeling van de Gedragsobservatieschaal Psychomotorische therapie voor demente ouderen (GPMT-dem)
DOI:
https://doi.org/10.1007/BF03074831Trefwoorden:
dementie, gedragsobservatie, observatieschaal, psychomotorische therapieSamenvatting
De Gedragsobservatieschaal voor de Psychomotorische Therapie voor demente ouderen (GPMTdem) werd ontwikkeld om
het effect van psychomotorische groepstherapie op het cognitief, sociaal en emotioneel functioneren van ouderen met
dementie binnen de therapiesituatie te kunnen evalueren. In het onderzoek dat hier wordt beschreven zijn de
interbeoordelaarbetrouwbaarheid en interne consistentie van de tien subschalen en drie domeinen, alsmede de samenhang
met andere observatieschalen (criteriumvaliditeit) onderzocht in twee verschillende patiëntgroepen.
De eerste onderzoeksgroep bestond uit cliënten die psychomotorische therapie ontvingen in een verpleeghuis of
psychiatrisch ziekenhuis (N = 130). Interbeoordelaarbetrouwbaarheid (Cohens kappa) varieerde van 0,27 tot 1,00, de interne
consistentie van de subschalen (Cronbachs alfa) tussen 0,46 en 0,86 en die van de domeinen tussen 0,76 en 0,81. Op basis
van dit onderzoek zijn van de oorspronkelijke 88 items vijftien items verwijderd, vijf items verplaatst naar een andere
subschaal en is de tekst van twee items gewijzigd. De interne consistentie van de subschalen en criteriumvaliditeit van deze
gemodificeerde (73-item versie) GPMT-dem is vervolgens onderzocht bij 41 ouderen die deelnamen aan een
ondersteuningsprogramma in Ontmoetingscentra voor mensen met dementie en hun verzorgers. Cronbachs alfa van de
subschalen bleek in deze studie tussen de 0,47 en 0,86. Ter bepaling van de criteriumvaliditeit is de GPMTdem vergeleken
met (subschalen van) de Beoordelingsschaal voor Oudere Patiënten (BOP), Gedragsobservatieschaal voor de Intramurale
Psychogeriatrie (GIP), Brief Cognitive Rating Scale (BCRS) en de Cornell Rating Scale for Depression in Dementia. De correlaties
met gerelateerde subschalen van de GPMT-dem varieerde tussen de 0,38 en 0,75. Geconcludeerd wordt dat de huidige 73-
item versie van de GPMT-dem een bevredigende interbeoordelaarbetrouwbaarheid en criteriumvaliditeit bezit. Zes
subschalen zijn voldoende intern consistent te noemen en er worden aanbevelingen gedaan om de interne consistentie van
de overige subschalen te verbeteren. In vervolgonderzoek zou de unidimensionaliteit en schaalbaarheid van de subschalen
van de GPMT-dem getoetst moeten worden, alsmede het effect van de aanbevolen herformulering en verwijdering van items.
Voordat de GPMT-dem in de praktijk kan worden toegepast dienen de psychometrische eigenschappen van de GPMT-dem73
bij een grotere en in ernst van dementie meer heterogene onderzoeksgroep verder te worden onderzocht, zodat ook
uitspraken kunnen worden gedaan over de te hanteren normen in verschillende subgroepen van ouderen met dementie.